Het opnemen van financiële kengetallen in de begroting past in het streven naar meer transparantie. Ook geven de kengetallen meer inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie en de baten en lasten van de gemeente. Het biedt ook de mogelijkheid om normen te stellen, net als bij de beoordeling van het weerstandsvermogen gebeurt. We relateren de normering zoveel mogelijk aan normen die door de provincie Zuid-Holland wordt gehanteerd.
Vanuit hun taak als financieel toezichthouder hebben de twaalf provincies een gemeenschappelijk financieel toezichtkader (GTK) opgesteld dat vanaf begrotingsjaar 2021 gaat gelden. In het GTK 2020 zijn de volgende signaleringswaarden opgenomen voor de financiële kengetallen:
Waarderingscijfer | Minst risicovol | Neutraal | Meest risicovol |
Netto schuldquote | < 90% | 90% - 130% | > 130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen | < 90% | 90% - 130% | > 130% |
Solvabiliteitsratio | > 50% | 20% - 50% | < 20% |
Structurele exploitatieruimte | > 0% | 0% | < 0% |
Grondexploitatie | < 20% | 20% - 35% | > 35% |
Belastingcapaciteit | < 95% | 95% - 100% | > 105% |
In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is bepaald dat gemeenten een basisset van vijf financiële kengetallen moeten opnemen in de jaarrekening en begroting:
| Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | normering GTK |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 97,3% | 104,8% | 100,5% | 107,0% | 105,9% | 101,9% | 90% - 130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen | 96,9% | 104,2% | 100,0% | 106,5% | 105,5% | 101,4% | 90% - 130% |
Solvabiliteitsratio | 17,1% | 15,2% | 11,4% | 10,7% | 11,0% | 11,6% | < 20% |
Structurele exploitatieruimte | 7,0% | 0,4% | -4,3% | -0,8% | -0,4% | 0,1% | < 0% |
Grondexploitatie | 8,7% | 7,0% | 4,3% | 3,8% | 2,5% | 0,9% | < 20% |
Belastingcapaciteit | 136,5% | 144,5% | 142,2% | 142,2% | 142,2% | 142,2% | > 105% |
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig. Het GTK van de provincie Zuid-Holland adviseert om 130% als maximum norm te hanteren en daarboven de schuld af te bouwen.
De schuldquote van de gemeente Gouda vertoont de komende jaren een dalende tendens en beweegt zich rond de 100%.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt dit kengetal zowel berekend inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Zo wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Hoe lager deze percentages, hoe beter.
Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Dit cijfer geeft dus een soort toekomstvisie weer.
In de periode 2021 tot en met 2024 fluctueert de solvabiliteit rond de 11%. Het GTK hanteert een norm van 20% als minimum.
Het kengetal ‘structurele exploitatieruimte’ geeft inzicht in welke mate de structurele lasten van de gemeente gedekt zijn door structurele baten. Dit is van belang om te beoordelen in welke mate de gemeente om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen worden gedekt. Een negatief percentage betekent dat structurele lasten deels uit incidentele baten worden gedekt. De begroting 2021-2024 van de gemeente Gouda laat zien dat structurele lasten in 2021 niet volledig sluiten. Dit is een gevolg van de onttrekkingen uit de Algemene Reserve in 2021. In de jaren erna neemt het negatieve percentage af en wordt positief (0,1%) in 2024.
De boekwaarde van de voorraden grond moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren betreft. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Een grondexploitatie van 10% of hoger wordt door het GTK beschouwd als kwetsbaar.
In de periode 2021 tot en met 2024 ligt dit kengetal van de gemeente Gouda 'veilig' onder de door het GTK gestelde richtlijn van 10%.
Het kengetal ‘belastingcapaciteit’ geeft weer hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde van alle gemeenten. De ruimte die een gemeente heeft om belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten voor de burger. Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten op het landelijk gemiddelde liggen.
Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. Een percentage boven de 100% betekent dat de woonlasten per huishouden hoger zijn dan het landelijk gemiddelde. Binnen de gemeente Gouda worden de hoge woonlasten enerzijds veroorzaakt door het relatief hoge aanslagbedrag voor OZB op woningen. Aan de andere kant wordt dit deels gecompenseerd door een verlaging bij de rioolheffing.
De Goudse schuldquote wordt als neutraal bestempeld, omdat deze onder de GTK-norm van 130% zit. De schuldquote laat meerjarig een stabiele lijn zien. De solvabiliteitsratio beweegt zich rond de 11% en valt onder risicovol.
De schuldquotes blijven in de periode 2021-2024 stabiel, zo rond de 100%. De solvabiliteitsratio daalt in de periode 2021 - 2023 naar circa 11%. En in 2024 is een stijging zichtbaar naar 11,6%. De structurele exploitatieruimte laat zien dat de structurele lasten (waaronder die samenhangend zijn met de schuldenlast van de gemeente (rente en aflossing)), in de periode 2021-2023 niet volledig worden gedekt door structurele baten, onder andere als gevolg van de ombuigingen die in gang worden gezet. Maar in het jaar 2024 is wel sprake van structurele dekking van de lasten door de baten.
De woonlasten zijn ten opzichte van het landelijk gemiddelde aan de hoge kant. De woonlasten zijn ten opzichte van het landelijk gemiddelde aan de hoge kant. De woonlasten van de gemeente zijn in 2020 aan een nader onderzoek onderworpen. Op basis van dit onderzoek wordt in deze begroting voorgesteld de OZB te verhogen naar een landelijke gemiddelde en de rioolheffing te verlagen.