Voortgang 2020

Over de voortgang 2020 wordt gerapporteerd aan de hand van de onderscheiden categorieën in de onderstaande tabel.

bedragen x € 1.000

2021

2022

2023

2024

Voortgang 2020, waarvan:

A. Voortgang eerste 8 maanden

-3.149

-1.375

-1.071

-1.092

B. Voortgang CIP

673

379

854

554

C. Doorschuifbudgetten

0

0

0

0

Totaal

-2.476

-996

-217

-539

Voortgang eerst acht maanden 2020

bedragen x € 1.000

2021

2022

2023

2024

A. Voortgang eerste 8 maanden:

P1: Tarieven toeristen- en precariobelasting 2021 naar nul

-257

0

0

0

P2: Bijstelling BSGR budgetten (aangepast aan actuele kostenverdeling)

-49

-49

-49

-49

P2: Voorziening groot onderhoud openbare ruimte

-366

-258

-353

-349

P4: Bovenregionale verbeteragenda JB-West

-118

0

0

0

P4: Budget regionaal programma 'Sturen op kosten'

-500

-500

0

0

P4: Onttrekking reserve MO/VO/BW 'Sturen op kosten'

500

500

0

0

P4: Korting rijksbijdrage 18+/voogdij

-1.185

0

0

0

P5: MJOP investeringen buitensport correctie 1e ijkmoment 2019 en 2020

-516

-582

0

0

P7: Applicatiekosten concernstaf

-5

-5

-5

-5

P8: Aangepaste raming rente grexen

47

98

89

29

P8: Financieringsfunctie

-112

23

-147

-1

P8: Reserve afschrijvingen investeringen in OR met MN

-368

-373

-378

-478

P8: Schrappen spaaroptie

0

0

500

500

P8: Stelpost sluitende begroting 2022

0

0

-500

-500

P8: Uitwerking actualisatie kostenverdeelstaat 2020 en verder

-304

-309

-305

-313

P8: Uitwerking loon- en prijsindexatie 2021 en verder

84

81

78

73

Totaal

-3.149

-1.375

-1.071

-1.092

P1: Tarieven toeristen- en precariobelasting 2021 naar nul

Als uitwerking van het collegevoorstel van 4 september 2020, welke een wijziging van de verordeningen voor precario- en toeristenbelasting 2020 betrof, is het tarief voor toeristenbelasting en zijn sommige belastingtarieven voor precario voor 2021 op nul gesteld.

P2: Bijstelling BSGR budgetten (aangepast aan actuele kostenverdeling)

Voor de actuele kostenverdeling in de factuur van de BSGR is aansluiting gezocht bij de in de begroting opgenomen bedragen voor 2020. De begroting wordt bijgesteld op basis van deze actuele kostenverdeling.

P2: Voorziening Groot Onderhoud Openbare Ruimte

Enerzijds, voortvloeiend uit een constatering bij de werkzaamheden voor de jaarrekening 2019, is een aanvullende dotatie van de voorziening benodigd om te voorkomen dat de voorziening Groot Onderhoud Openbare Ruimte niet toereikend is en de kosten voortvloeiend uit onderliggende plannen niet kan dekken. Anderzijds is een lagere dotatie aan deze voorziening benodigd als gevolg van het ombuigen van de verbetering van de kwaliteit van bestaand groen.

P4: Bovenregionale verbeteragenda JB-West

Naar aanleiding van het landelijk Inspectierapport over Jeugdbescherming (november 2019), waarin o.a. werd geconstateerd dat de werkdruk bij de Gecertificeerde Instellingen te groot is en de case load niet op de norm is, is in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid een bovenregionaal verbeterplan opgesteld en wordt de komende 1,5 jaar geïnvesteerd in case load verlaging. Of structureel case load verlaging nodig is, zal afhangen van de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de jeugdbeschermingsketen.

P4: Budget regionaal programma 'Sturen op kosten' en onttrekking reserve MO/VO/BW

Voorgesteld wordt om aan de reserve MO/VO/BW € 1.000.000 te onttrekken ter dekking van het regionale programma 'Sturen op kosten'.

P4: Korting rijksbijdrage 18+/voogdij

Gemeente Gouda ontvangt vanaf 2021 € 1,2 miljoen minder voor Voogdij/18+ ten opzichte van het jaar 2020. De rijksbijdrage wordt vastgesteld op de aantallen van T-2, die sterk worden bepaald door de rechterlijke uitspraken. Vanwege de fluctuaties in de aantallen en omdat vanaf 2022 een grote wijziging plaatsvindt bij de vaststelling van dit budget (het woonplaatsbeginsel), is deze post vanaf 2022 opgenomen in de risicoparagraaf.

P5: MJOP investeringen buitensport correctie 1e ijkmoment 2019 en 2020

De coalitie heeft voor de periode tot en met 2022 in totaal € 2.000.000 beschikbaar gesteld voor de aanpak van achterstallig onderhoud bij de sportaccommodaties. Het betreft in veel gevallen investeringen in de buitensport. In eerste instantie is ervoor gekozen de kapitaallasten van deze investeringen ook binnen deze vier jaar te dekken. In het kader van de Keuzevraagstukken Ombuigingen is voorgesteld deze kapitaallasten conform gemeentelijk beleid over een langere periode af te schrijven. Het effect is dat de kapitaallasten per jaar lager worden. Als uitwerking daarvan wordt de administratieve verwerking, zoals deze oorspronkelijk bij het eerste ijkmoment 2019 en het eerste ijkmoment 2020 heeft plaatsgevonden, teruggedraaid.

P7: Applicatiekosten concernstaf

Vensters voor Bedrijfsvoering is een instrument dat helpt inzicht te krijgen in het presteren van de bedrijfsvoering en bijbehorende verbetermogelijkheden. De tool maakt het mogelijk om specifieke elementen van de bedrijfsvoering te vergelijken met die van andere gemeenten. Het verbetert de sturing, doordat indicatoren vanuit het dashboard bedrijfsvoering meer duiding gegeven kunnen worden door deze te benchmarken met vergelijkbare gemeenten. Ook vergelijking met de voorgaande jaren wordt hiermee mogelijk. Data van Vensters is ook gebruikt voor verdiepende analyses, zoals de analyse naar ziekteverzuim en inhuur.

P8: Aangepaste raming rente grexen

Op basis van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2020 en een aanpassing in het BBV is de toegestane rente over de boekwaarden opnieuw berekend.

P8: Financieringsfunctie: actualisatie financieringsbehoefte

Het saldo van de financieringsfunctie is geactualiseerd op basis van de nieuwste inzichten in het verloop van (toekomstige) investeringen en wijzigingen in afschrijvingstermijnen. Ook de jaarlijks uit te voeren analyse op de ontwikkeling van de financieringsfunctie is hierin betrokken. Hiermee wordt tevens structureel invulling gegeven aan de organisatiebrede taakstelling uit eerdere begrotingen.

P8: Reserve afschrijvingen investeringen in OR met MN

Op 1 juli 2020 heeft de raad de Nota reserves en voorzieningen vastgesteld. Administratief dient het effect daarvan voor onder andere de reserve Afschrijvingslasten vervangingsinvesteringen openbare ruimte, hierna: reserve AVOR, nu verwerkt te worden.

Bij de verwerking van de nieuwe richtlijnen van de Nota reserves en voorzieningen is gebleken dat het beslispunt bij de Egalisatiereserve openbare ruimte (blz. 12 uit de Nota reserves en voorzieningen) breed interpretabel is, waardoor het risico bestaat dat afgeweken wordt van de bedoeling van deze reserve met de nieuwe naam reserve AVOR.

De bedoeling van de reserve AVOR is dat enkel afschrijvingslasten van de reeks Investeringen Maatschappelijk Nut Openbare Ruimte 2017-2019 met deze reserve verrekend worden. In de periode 2017-2019 werd voor deze reeks zowel de afschrijvingslasten als de rentelasten onttrokken aan deze reserve.

Met ingang van 2020 is een nieuwe reeks investeringen maatschappelijk nut openbare ruimte, gesplitst naar levensduur (10 jaar / 15 jaar / 20 jaar / 40 jaar), opgenomen. In de nota staat: “Ten behoeve van de financiering van de boekwaarde van die investeringen moet de waarde van de egalisatiereserve per balansdatum daaraan gelijk zijn.” Dit uitgangspunt had betrekking op de investeringsreeks 2017-2019.

Om verwarring te voorkomen wordt aan de raad voorgesteld om bovengenoemde vernieuwde werkwijze omtrent de reserve AVOR vast te stellen en te besluiten dat de relatie tussen boekwaarde investeringen maatschappelijk nut openbare ruimte en de omvang van de reserve (blz. 12 uit de Nota Reserves en Voorzieningen) alleen betrekking had op de investeringsreeks 2017-2019, die in de periode 2017-2019 onderdeel was van de financiële verslaglegging. De koppeling van de boekwaarde met de hoogte van de reserve AVOR wordt voor de reeks investeringen maatschappelijk nut openbare ruimte vanaf 2020 losgelaten en evenals de verrekeningen met de voorziening groot onderhoud openbare ruimte.

P8: Spaaroptie

De spaaroptie wordt vanaf 2023 ingezet ter compensatie van de stelpost sluitende begroting (eveneens programma 8) uit voorgaande programmabegrotingen. Dit betreft derhalve een technische aanpassing.

P8: Stelpost sluitende begroting 2022

De spaaroptie (zie hiervoor) wordt vanaf 2023 ingezet ter compensatie van de stelpost sluitende begroting uit voorgaande programmabegrotingen. Dit betreft derhalve een technische aanpassing.

P8: Uitwerking actualisatie kostenverdeelstaat 2020 en verder

Vanwege het lagere investeringsniveau mede op grond van realistisch begroten kunnen minder uiren worden toegeschreven aan investeringen en projecten, hetgeen nadelig uitwerkt nadelig op het meerjarig perspectief (2020-2026),

P8: Uitwerking loon- en prijsindexatie 2021 en verder

Betreft een voordelig uitwerkingsverschil van de eerder uitgevoerde berekening van de middelen voor loon- en prijsindexatie in 2021 op basis van de meicirculaire 2020 gemeentefonds.

Voortgang CIP

bedragen x € 1.000

2021

2022

2023

2024

Voortgang CIP:

P1: Doorontwikkeling 2e verdieping Chocoladefabriek jr gereed naar 2021

51

-1

-1

-1

P1: IHP: Jaar gereed Triangel naar 2024

0

0

510

-6

P3: Vervangingsinvesteringen Openbare ruimte

468

472

496

693

P3: Besturing Selectieve Toegang Binnenstad - STB - Zakpalen

0

0

0

0

P3: Verduurzaming Vastgoed 2018 en 2019: wijziging jaar gereed

117

-2

-2

-2

P3: Mobiliteit / VCP - kapitaallasten voorbereidingskrediet - correctie

0

-39

-38

-37

P5: Aanpassen terreininrichting tijdelijke sporthal Tobbe Dick van Dijk

8

8

8

8

P5: Aanpassen renovatie hockeyveld 3 GMHC

-5

-5

-5

-5

P5: Aanpassingen investeringen buitensport in verband met Spuk

-8

-8

-7

-7

P7: Niet doorgaan van vervanging paternosterkasten 2022

0

0

11

11

P7: Automatiseringskredieten aanpassen jaren 2022 t/m 2024

0

-46

-117

-99

P7: Automatiseringskredieten opvoeren voor 2025 en 2026

0

0

0

0

P7: Werkplek concept aanpassing HvdS: jaar gereed naar 2022

42

-1

-1

-1

Totaal

673

379

854

554

P1: Doorontwikkeling 2e verdieping Chocoladefabriek jaar gereed naar 2021

Bij raadsbesluit op 22 mei 2019 is een investeringskrediet beschikbaar gesteld om de tweede verdieping in de Chocoladefabriek door te ontwikkelen en gereed te maken voor de programmatische invulling van de business case "Leren en Creëren, doorontwikkeling Chocoladefabriek Gouda". De destijds in 2020 verwachte realisatie wordt echter 2021. Het meerjarige financiële effect op de kapitaallasten hiervan dient administratief verwerkt te worden. Het voordeel in 2021 betreft het wegvallen van kapitaallasten in dat jaar, het nadeel in de navolgende jaren betreft het effect op de rentelasten.

P1: IHP jaar gereed Triangel naar 2024

De geplande realisatie van de clustering- en nieuwbouwwerkzaamheden voor De Traingel op de huidige locatie, waartoe de Raad op 19 februari 2020 besloten heeft, zal niet in 2023 maar in 2024 gereed zijn. Het meerjarige financiële effect op de kapitaallasten hiervan dient administratief verwerkt te worden. Het voordeel in 2023 betreft het wegvallen van kapitaallasten in dat jaar, het nadeel in de navolgende jaren betreft het effect op de rentelasten.

P3: Vervangingsinvesteringen Openbare ruimte

De wijze van registreren van vervaningsinvesteringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut is gewijzigd naar een systematiek die gebaseerd is op de levensduur van de investeringen. De berekening van de kapitaallasten is hiermee zuiverder en de boekwaarde nauwkeuriger. Het meerjarige financiële effect betreft het verschil tussen de kapitaallasten volgens de oude systematiek en die volgens de nieuwe systematiek.

P3: Besturing Selectieve Toegang Binnenstad - STB - Zakpalen

Investering in het Selectief Toegangsysteem Binnenstad (zakpalen), waarvoor een krediet in het Concerninvesteringsplan 2020-2024 staat opgenomen van EUR 350.000, zou in het jaar 2023 gereed zijn. De realisatie wordt echter in het jaar 2024 verwacht, waardoor de begrote kapitaallasten in het jaar 2024 vrijvallen en vanaf 2025 begroot worden.

P3: Verduurzaming Vastgoed 2018 en 2019: wijziging jaar gereed

Het jaar van gereedkomen van de investeringen Verduurzaming Vastgoed 2018 en Verduurzaming Vastgoed 2019, uiteindelijk voortvloeiend uit de door de Raad op 9 december 2015 vastgestelde vergoeningsagenda, was aanvankelijk naar verwachting 2020. Door een latere start is deze verwachting bijgesteld naar 2021. Het voordeel in 2021 betreft het wegvallen van kapitaallasten in dat jaar, het nadeel in de navolgende jaren betreft het effect op de rentelasten.

P3: Mobiliteit / VCP - kapitaallasten voorbereidingskrediet - correctie

Betreft de verwerking van het niet doorgaan van een aanvankelijk ingeboekte ombuiging, zie hoofdstuk 5.3.5.5.

P5: Aanpassen terreininrichting tijdelijke sporthal Tobbe Dick van Dijk

De (financiële) afwikkeling van de terreininrichting bij de Sporthal Dick van Dijk (de nieuwe sporthal in het Groenhovenpark) heeft in 2020 binnen het budget plaatsgevonden.

P5: Aanpassen renovatie hockeyveld 3 GMHC

De aanbesteding van de renovatie van het derde hockeyveld van GMHC is tegengevallen waardoor een ophoging van het investeringsbudget noodzakelijk is.

P5: Buitensport in verband met Spuk

Bij het 1e ijkmoment 2020 heeft de raad ingestemd met het ophogen van een aantal investeringsbudgetten in de buitensport. Bij de berekening voor de jaarschijf 2020 was rekening gehouden met een SPUK-bijdrage. Deze kon echter niet meer in de subsidieaanvraag worden meegenomen waardoor het nu noodzakelijk is de bijbehorende verwachte inkomsten af te ramen.

P7: Niet doorgaan van vervanging paternosterkasten 2022

Vanwege het digitaliseren van het archief zijn begin januari 2020 in het Huis van de Stad vier van de zes lektriever-kasten gesloopt en afgevoerd. De vervangingsinvesteringen nog die op het Concerninvesteringsplan waren opgenomen kunnen daarmee vervallen.

P7: Automatiseringskredieten aanpassen jaren 2022 t/m 2024

De investeringsbudgetten voor de jaren 2022, 2023 en 2024 geactualiseerd op basis van de meest recente inzichten.

P7: Automatiseringskredieten opvoeren voor 2025 en 2026

De investeringsbudgetten voor automatisering voor de jaarschijven 2025 en 2026 zijn in het Concerninvesteringsplan opgenomen.

P7: Werkplek concept aanpassing HvdS: jaar gereed naar 2022

Door de coronapandemie zijn de investeringen in het werkplekconcept voor het Huis van de Stad vertraagd.

Doorschuifbudgetten

bedragen x € 1.000

2021

2022

2023

2024

Doorschuifbudgetten:

P1: Programma Gouda-750

-160

0

0

0

P1: Onderhoudsbudget Burg. Martenssingel 15

-200

0

0

0

P3: Programma Duurzaamheid vastgoed

0

-170

0

0

P3: Programma Omgevingswet: implementatiebudget

-190

0

0

0

P4: Doeluitkering: budget Transformatiefonds

-200

0

0

0

P4: Rijksmiddelen: budget Perspectief op Werk (regionale gelden)

-1.685

0

0

0

P5: Rijksmiddelen: budget Kerkenvisie

-25

0

0

0

P6: Rijksmiddelen: Radicalisering

-225

0

0

0

Verrekening via de algemene reserve

2.685

170

0

0

Totaal

0

0

0

0

P1: Onderwijs: onderhoudsbudget BM 15 doorschuiven naar 2021

Betreft programmagelden. Het meerjarig onderhoud aan de Burgemeester Martenssingel 15 (vanwege gebruik door de GSG) werd tot en met 2019 voldaan uit de voorziening planmatig onderhoud gemeentelijke onderwijsgebouwen. Aan het einde van 2019 is gebleken dat deze voorziening niet (meer) voldoet aan de richtlijnen van het BBV en is opgeheven. In 2020 is in de exploitatie een onderhoudsbudget beschikbaar van € 200.000. Dit budget zal niettemin benodigd zijn in 2021 voor het onderhoud aan dit schoolgebouw en daar ook weer voor worden gealloceerd op basis van een herijkt MJOP.

P1: Gouda-750 doorschuif 2020 2020-2021

Betreft programmagelden. In verband met de beperkende corona-maatregelen konden activiteiten niet in 2020 uitgevoerd worden.

P3: Vastgoed - doorschuiven van budget duurzaamheid naar 2021

Betreft incidentele middelen met bestedingsplan. Gouda is actief aan de slag met het thema duurzaamheid. In 2017 zijn daarvoor via het Programmaplan verduurzaming gemeentelijk vastgoed financiële middelen beschikbaar gesteld, onder andere voor het aanvullen van de onderhoudsvoorziening in 2019 voor een bedrag van € 1.100.000. Bij het opstellen van de jaarrekening 2019 is gebleken dat dit volgens de BBV-voorschriften niet is toegestaan. Bij het vaststellen van de jaarrekening 2019 is voorgesteld om dit bedrag via de exploitatie opnieuw beschikbaar te stellen in de jaarschijven 2020 (50%) en 2021 (50%). Uit een inventarisatie van de werkzaamheden blijkt dat naar verwachting hiervan voor € 170.000 niet zal worden uitgevoerd in 2020, maar in 2022.

P3: Omgevingswet-implementatie doorschuif 2020-2021

Betreft incidenteel budget met bestedingsplan. Het opschuiven van de invoeringsdatum Omgevingswet naar 1 januari 2022 zorgt voor temporisering van de voorbereidende activiteiten.

P4: Perspectief op Werk doorschuif 2020-2021

Betreft een regionaal programma, waarvoor door het Rijk regionaal geld beschikbaar is gesteld, waarvan de besteding moet plaatsvinden in de periode tot en met het derde kwartaal 2021. Er is ook een convenant met o.a. UWV, VNO-NCW en de regiogemeenten waarin activiteiten zijn afgesproken over de besteding van deze middelen. Als gevolg van corona kunnen niet alle geplande activiteiten in 2020 plaatsvinden. Zowel met SZW als met de regio wordt nu overlegd of verlenging van de afgesproken periode mogelijk is. Indien verlenging mogelijk is, zullen de middelen in een volgend ijkmoment deels doorgeschoven worden naar 2022.

P4: Budget Transformatiefonds

Betreft programmagelden en regiomiddelen. Per 1 april 2018 is het landelijke actieprogramma “Zorg voor de Jeugd” gestart. Het hoofddoel is de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering merkbaar en meetbaar beter te maken voor kinderen, jongeren en gezinnen, zodat ze op tijd passende hulp ontvangen. Om deze ontwikkeling te ondersteunen is vanuit het Rijk een transformatiefonds beschikbaar gesteld. Eind 2018 heeft de regio € 509.714 per jaar voor de periode 2018, 2019 en 2020 toegekend gekregen. Het bedrag is via een decentralisatie-uitkering uitgekeerd aan de gemeente Gouda. In de decembercirculaire 2018 was in één keer het budget voor 2018, 2019 en 2020 opgenomen. Eén van de voorwaarden is dat het plan regionaal opgesteld en uitgevoerd wordt. Omdat het bedrag pas eind 2018 is uitgekeerd heeft de regio besloten dit geld in 2019, 2020 en 2021 in te zetten voor de transformatie programma’s gewoon thuis jeugd (voorkomen uithuisplaatsingen) en jeugdigen beter beschermen en het terugdringen van de kosten. Door de corona crisis is de transformatie bij de jeugdhulpaanbieders vertraagd, waardoor € 200.000 van het budget van 2020 naar 2021 wordt doorgeschoven.

P5: Kerkenvisie

Betreft incidentele middelen met een bestedingsplan. Gouda ontvangt € 50.000 bijdrage van OCW via in meicirculaire 2020. Dit wordt besteed aan inhuur en onderzoek in 2020 en 2021, ieder jaar voor € 25.000.

P6: Radicalisering

Betreft rijksgelden met een bestedingsverplichting. Bij onderbesteding vloeit geld terug naar het Rijk. Op 24 augustus 2020 heeft Gemeente Gouda van het NCTV bericht ontvangen dat de toegekende versterkingsgelden Radicalisering 2020, in verband met opgelopen vertragingen in de uitvoering door COVID-19, overgeheveld mogen worden naar 2021.

Verrekening via de algemene reserve

Het doorschuiven van niet-bestede budgetten in 2020 naar 2021 en verder verloopt in 2021 via een onttrekking aan de algemene reserve.